Ik heb er 32 jaar overgedaan om uit te vinden hoe mijn brein werkt. Waarom ik niet zoals andere mensen ben en waarom net zoals andere mensen zijn niet voor mij werkt. Vandaag wil ik jullie meenemen in mijn verhaal en laten zien hoe ik van een hoofd met 1001 chaotische gedachtes en nooit rust in m’n kop, naar focus en rust ben gegaan. Mijn hoofd nu voor mij kan laten werken, in plaats van tegen mij. En hiervan zelfs mijn werk heb gemaakt.
Na het typen van deze blog kwam ik erachter dat het wel een heel lang stuk is ;). Dus om het leesbaarder te houden heb ik het opgeknipt in 2 delen. In dit eerste deel zoom ik in op waarom mijn hoofd het mij zo moeilijk heeft gemaakt. In deel 2 vertel ik hoe ik dit heb omgedraaid en waarom dit voor mij heeft gewerkt.
Wat er mis ging
Ik heb altijd een heel vol hoofd gehad, met veel gedachtes. Ik ben altijd druk in mijn hoofd en met 10 dingen tegelijk bezig. Start vol enthousiasme met nieuwe dingen, ga er vol voor, maar maak ze nooit af. Dan ben ik opeens de interesse en motivatie kwijt. Mijn gedachtes gaan van hot naar her en van de hak op de tak. Ze staan nooit stil en ik bedenk me altijd wel dingen die ik ook nog kan doen. Om ze vervolgens weer net zo snel te vergeten, als er iets anders te binnen schiet.
Ik kan niet goed stilzitten of ontspannen en ik zit altijd wel ergens mee te friemelen. Ook ben ik impulsief en doe snel dingen, waarvan ik later denk hmmm, daar had ik beter over na moeten denken. Terwijl ik aan de andere kant juist weer heel veel over dingen nadenk en ze overanalyseer. Of ik ben hyper gefocust bezig met een taak, waardoor ik alles om mee heen vergeet, inclusief goed voor mezelf zorgen.
Dit alles bij elkaar zorgt ervoor dat ik ontzettend moe kan worden van mezelf en ’s avonds geen energie meer overheb. Continu aan staan vreet energie. En ik had geen idee hoe ik die energie weer kon opladen, want ontspannen vind ik ook heel lastig. De gedachtes zijn dan namelijk nog veel sterker aanwezig. Die kan ik niet onderdrukken door afleiding. Dus geef ik er maar aan toe en vliegt mijn kans op ontspanning weer de deur uit.
Ik vond het ook altijd moeilijk om in slaap te komen, want m’n brein stond dan nog aan. Dan lag ik weer in bed te malen over de dag en wat ik wel niet allemaal anders had moeten doen. Of ik maakte me alvast zorgen over de volgende dag. Dan nam ik alle mogelijke doemscenario’s alvast door in mijn hoofd. Waarvan er natuurlijk geen 1 uitkwam 😉 Hierdoor sliep ik ook slecht en lag ik vaak ’s nachts wakker.
Maarja ik dacht dat hoort erbij, ik heb daar nu eenmaal last van en ik moet het maar accepteren. Er mee leren leven en me aanpassen, zodat ik net zoals de rest kan leven. Maar waarom voel ik me dan zo anders? Waarom ben ik dan altijd zo moe aan het eind van de dag? Hoezo lukt het anderen wel om fulltime te werken of met school bezig te zijn en nog een druk sociaal leven te hebben? Waarom kan ik dat niet?
Dat vond ik zo frustrerend! Waardoor ik het gevoel had dat ik het niet goed deed. Dat ik faalde. Ik vond er niks aan dit leven. Waarom ben ik hier als ik toch niet kan doen wat ik wil en een leuk leven kan hebben. Allemaal gedachtes die op een gegeven moment de boventoon voerden en sterker werden.
Hoe het begon
Ik heb nooit doorgehad dat ik een probleem had en dat hard werken niet de oplossing was voor mij. Dat het ook anders kon. Want de eerste jaren van mijn leven liep ik fluitend door. Ik was een slim meisje op een kleine basisschool met 9 kindjes in onze groep. Ik stak met kop en schouders boven de klas uit en werd hartstikke ondervraagd.
Er zat geen uitdaging in voor mij, waardoor ik altijd de andere kindjes aan het helpen was. Dit vond ik hartstikke leuk. Mijn eigen werk deed ik pas als de juffrouw me er op wees en dan had ik het binnen no-time af. Waardoor het niet opviel dat ik snel afgeleid was en er 1001 dingen in m’n hoofd omgingen. Ik deed mijn werk goed, dus dat was voldoende. Ik sliep alleen slecht en had veel nachtmerries.
Pas in de bovenbouw van de middelbare school liep ik tegen de lamp. Toen was het niveau opeens hoger en bv. de wiskunde B-lessen waren veel specifieker. Ik werd uitgedaagd en moest opeens wat doen. Maar ik wist helemaal niet hoe. Dus ging ik heel hard werken, om te compenseren. Maar dat paste helemaal niet bij mij.
Totdat ik in de de 5e klas van het gymnasium een burn-out kreeg. Wat niemand destijds doorhad, want wie staat daar nou bij stil dan een 16-jarige een burn-out kan hebben. Ik kon me opeens niet meer concentreren op mijn schoolwerk. Er kwam gewoon niks meer uit mijn handen. Dit kwam omdat ik te veel druk op mezelf legde.
Ik wilde graag geneeskunde studeren, een lotingstudie. Dus ik moest hoge cijfers halen, want dan had ik meer kans om een plekje te bemachtigen. Aan die zelfopgelegde druk ging ik ten onder. Toen heb ik zelf besloten om het jaar in tweeën op te splitsen, zodat ik meer rust kreeg. Niemand had door dat dit niet de oplossing was, maar symptoombestrijding.
Een jaar later dan gepland heb ik mijn diploma gehaald en ben ik uiteindelijk geneeskunde gaan studeren. De studie ging goed, doordat ik nu mijn eigen tijd in kon delen. Ik had niet veel fysieke lessen en elke 4 weken 1 tentamen. Dus ik kon lekker doen wat ik wilde en met de laatste week hard blokken kwam ik er prima doorheen. Ik had alleen niet door dat dit niet goed was voor mij en dat dit me later op zou breken.
De eerste keer dat het anders kon
Ik ben mezelf na die studie een aantal keren flink tegengekomen. Doordat ik mijn drukke chaotische hoofd vol met gedachtes in een keurslijf probeerde te passen dat helemaal niet bij mij paste. Dat niet werkte voor mij. Me juist tegenwerkte. En de manier waarop ik ermee om ging was ook niet de manier die bij mij paste.
Het gekke is echter dat ik diep van binnen wel wist hoe het moest. Wat ik nodig had om goed te kunnen functioneren en gelukkig te zijn. Als ik op reis was kon ik het namelijk wel. Dan kon ik mijn eigen plan trekken, mijn eigen tijd indelen, rust nemen als ik dat nodig had. Niet twijfelen of veel denken, maar gewoon doen wat goed voelt.
Zo heb ik op mijn 23e, na het behalen van mijn bachelordiploma, de beslissing gemaakt om te gaan backpacken door Australië, gewoon omdat dat goed voelde. Mijn moeder vond het heel spannend, maar ik wist dat dit de juiste beslissing was voor mij. En dat klopte ook, want dit was de eerste keer dat ik me echt vrij heb gevoeld. Dat ik los kon laten hoe het hoorde, mijn eigen plan kon trekken. Ik deed wat goed voelde voor mij.
Ik gooide tig keer mijn plannen om, omdat dat beter voelde. Ik leefde mijn leven, genoot van de mooie dingen die ik zag en heb een geweldige tijd gehad. Zo goed zelfs dat ik uiteindelijk een jaar heb gereisd door Australië, Canada en de VS en besloot niet verder te gaan voor mijn master.
Wanneer het echt mis ging
Dat goede gevoel van het reizen kon ik alleen niet vasthouden toen ik weer in Nederland was. Ik vond een baan en ben daarnaast een nieuwe studie gestart. Al snel werd ik meegezogen in de technische mannenwereld waar ik in zat. Dit versterkte alle patronen die me altijd al dwars zaten. Er gebeurde een aantal vervelende dingen, waardoor het steeds minder goed ging.
Zo erg dat ik op mijn 25e depressief werd. Ik wist niet meer wat ik met mezelf aan moest. Ik wilde niet dood, maar zag gewoon het nut niet van leven. Van hier op aarde zijn. Uiteindelijk ben ik op eigen kracht uit dit dal geklommen en ging het beter, maar nog steeds voelde ik me niet op m’n plek en kon ik niet meekomen in de maatschappij.
Wat ervoor zorgde dat ik op mijn 27e in een burn-out terecht kwam. Ik had te veel hooi op m’n vork genomen, om toch in de maatschappij te passen. Om het te doen zoals het hoort. Een stressvolle fulltimebaan en een deeltijdstudie, dat was gewoon echt te veel. Ook hier klom ik grotendeels op eigen kracht weer uit. Ik riep wel hulp in van de praktijkondersteuner GGZ, maar ik had nog steeds niks geleerd om te zorgen dat het niet weer zou gebeuren.
Dit patroon herhaalde zich nog een paar keer, waarbij ik nog een aantal keer overwerkt ben geweest. Elke keer kwam ik hier op eigen kracht uit, maar zag ik niet in hoe groot mijn probleem was. Ik dacht gewoon dat ik niet goed genoeg was om te kunnen zijn zoals de rest en dus beter m’n best moest doen. Hartstikke stom natuurlijk, maar ik was er toen nog niet aan toe om in te zien dat dit niet is zoals het hoort. En dat ik zelf de kracht heb om het te veranderen.
De volgende reis
Ondertussen was ik afgestudeerd en had ik een goede fulltime baan. Een hele stressvolle baan, maar wel met superleuke collega’s, waardoor het te doen was. Ik paste me aan en buffelde door, omdat ik dacht dat het zo hoorde. Toen had ik weer de mogelijkheid om te gaan reizen. Dus ik besloot in de zomervakantie naar Japan te gaan. Weer zo’n besluit waarvan ik niet kon uitleggen waarom, maar waarvan ik wel voelde dat dit goed was voor mij.
En dat was het ook! In Japan vond ik voor het eerst de rust waar ik zo naar op zoek was. Tijdens mijn reis naar Australië leefde ik mijn leven, maar had ik het niet door. In Japan wel, ik voelde dat ik mocht afremmen. Mocht genieten, alles in me op mocht nemen en gewoon in het moment zijn. Wat me thuis niet lukte, ging hier zo makkelijk. Ik ontmoette zulke inspirerende mensen en kon ook bij hun mezelf zijn en open en eerlijk alles delen. Dit gevoel wilde ik vasthouden, meenemen naar huis.
Ik had zelfs een heel plan en schema bedacht, maar je raad het waarschijnlijk al. Dit werkte niet in mijn oude leventje. Ik verviel weer in dezelfde valkuilen. Liet me weer meeslepen door de waan van de dag. Door mijn oude patronen. En dus ging het weer mis.
Het keerpunt
Hoe ik uiteindelijk mijn drukke hoofd rustig heb gekregen en nu een leven leidt dat bij mij past lees je volgende week in deel 2
~~~~~~~~~~